14 Minuten

Bewerkt en medisch beoordeeld door THE BALANCE Team
Feit gecontroleerd

Veel mensen begrijpen niet waarom mensen verslaafd raken aan drugs. Ze denken vaak ten onrechte dat drugsgebruikers geen morele principes of wilskracht hebben en dat ze met het gebruik kunnen stoppen door er gewoon voor te kiezen. In werkelijkheid is drugsverslaving een complexe ziekte, en om te stoppen is meestal meer nodig dan goede bedoelingen of een sterke wil. Drugs veranderen de hersenen zodanig dat stoppen heel moeilijk is, zelfs voor mensen die dat willen. 

Onderzoekers weten meer dan ooit over hoe drugs de hersenen beïnvloeden. Er zijn vandaag behandelingen die mensen kunnen helpen om van hun drugsverslaving af te geraken en een productief leven te leiden. Dit artikel geeft een breed inzicht over wat een drugsverslaving inhoudt en de effecten ervan op de geest, het lichaam en de omgeving van de verslaafde persoon. 

Drugs zijn chemische stoffen die de geestelijke of lichamelijke toestand van een persoon veranderen. Ze kunnen invloed hebben op de manier waarop je hersenen werken, hoe je je voelt en gedraagt, je inzicht en je zintuigen. Dit maakt drugs onvoorspelbaar en gevaarlijk, vooral voor jongeren. De effecten van drugs zijn per persoon en per drug verschillend. 

Verslaving wordt gedefinieerd als een chronische, recidiverende ziekte die wordt gekenmerkt door dwangmatig zoeken naar en gebruik van drugs ondanks de nadelige gevolgen. Het wordt beschouwd als een hersenaandoening, omdat er functionele veranderingen optreden in hersencircuits die betrokken zijn bij beloning, stress en zelfcontrole. Deze veranderingen kunnen lang aanhouden nadat een persoon is gestopt met het gebruik van drugs.

Verslaving lijkt veel op andere ziekten, zoals hartziekten. Beide verstoren het normale, gezonde functioneren van een orgaan in het lichaam, beide hebben ernstige schadelijke gevolgen, en beide zijn in veel gevallen te voorkomen en te behandelen. Als ze niet worden behandeld, kunnen ze een leven lang duren en tot de dood leiden.

Om te begrijpen waarom drugs zo verslavend zijn, moet je de werking van de hersenen begrijpen en weten hoe drugs de hersenen beïnvloeden.

De hersenen hebben natuurlijke genotssensoren die dopamine vrijgeven. Wanneer er iets goeds gebeurt of we genieten van een lekkere maaltijd of zelfs een fijne interactie met iemand, laten de hersenen dopamine vrijkomen. Wanneer drugs in het lichaam worden gebracht, stimuleren ze deze natuurlijke chemische afgifte.

Dit is precies waar het probleem ligt. Naarmate er meer drugs worden gebruikt, worden de hersenen afhankelijk van deze hogere niveaus van dopamine. Hierdoor vermindert het initiële effect of het ‘high’ gevoel dat iemand krijgt. Je wordt tolerant aan de stof door de stimulatie van dopamine, waardoor je steeds meer van de drug wilt en nodig hebt om dezelfde high te bereiken. Het chronische gebruik van drugs begint te ontwikkelen in een verslaving.

De symptomen van een verslaving verschillen van persoon tot persoon en hangen af van het middel waaraan men verslaafd is. Er zijn echter verschillende symptomen die bij de meeste soorten verslaving voorkomen. Deze kunnen onderverdeeld worden in psychologische, sociale en lichamelijke symptomen.

Psychologische symptomen van drugsverslaving

  • Stemmingswisselingen
  • Verhoogd temperament
  • Vermoeidheid
  • Paranoia
  • Defensiviteit
  • Agitatie
  • Onvermogen om zich te concentreren
  • Slecht beoordelingsvermogen
  • Geheugenproblemen
  • Verminderd gevoel van eigenwaarde en zelfrespect
  • Gevoelens van hopeloosheid
  • Erger worden van bestaande geestelijke gezondheidsproblemen zoals depressie, angst of stress

Gedragsmatige en sociale tekenen van drugsverslaving

  • Geheimzinnig of oneerlijk gedrag
  • Slechte prestaties en/of afwezigheid op het werk of op school
  • Weglopen van verantwoordelijkheden en verwaarlozen van sociale contacten
  • Verlies van interesse in activiteiten, hobby’s of evenementen die men vroeger belangrijk vond
  • Doorgaan met middelengebruik ondanks de negatieve gevolgen 
  • Proberen minderen of stoppen met het middel, maar daar niet in slagen

Lichamelijke symptomen van drugsverslaving

  • Gebrek aan zorg over fysieke verschijning/persoonlijke hygiëne
  • verstoorde slaappatronen, waaronder slapeloosheid

Alcohol Alcohol is legaal in Nederland en in elke supermarkt verkrijgbaar voor eenieder boven de 18 jaar. Gemiddeld zou 20% van de personen die alcohol consumeren eraan verslaafd raken.

Heroïne (dope) Heroïne is een opiaat. Opiaten hebben een zeer verdovend effect op het centrale zenuwstelsel en werken als sterke pijnstiller. Heroïne is een bewerkte en extreem krachtige vorm van morfine. Inname van heroïne kan het dopamineniveau tot 200% laten stijgen, wat heroïne extreem verslavend maakt.

Cocaïne (coke) Cocaïne beïnvloedt het dopamine- en noradrenalinegehalte in de hersenen. Cocaïne zorgt voor een korte maar krachtige boost in energie, zelfvertrouwen en activiteit.

Cannabis (wiet en hasj) – Cannabis is een laagdrempelig en effectief middel om te ontsnappen aan de realiteit en de dagelijkse sleur, angstgevoelens, stress,… Gebruikers kunnen een grote geestelijke afhankelijkheid ontwikkelen.

Nicotine (tabak, sigaretten, sigaren) Hoewel het aantal rokers steeds verder afneemt, blijft tabak een groot maatschappelijk probleem. Maar liefst twee derde van de mensen die een sigaret rookt zou daaraan verslaafd raken. Dit heeft veel te maken met de vrije legale verkoop van tabak en nicotineproducten. Nicotine kan het dopamineniveau laten stijgen van 25 tot 40%. 

Slaapmiddelen Slaapmiddelen of ‘barbituraten’ stimuleren de aanmaak van de neurotransmitter GABA. Dit geeft een kalmerend en verdoofd gevoel voor zowel het lichaam als de geest.

Benzodiazepinen (slaap- en kalmeringsmiddel) – Diazepam (valium), Lorazepam en oxazepam zijn op recept verkrijgbare medicijnen, die beschouwd worden als een van de meest verslavende middelen in Nederland. Beno’s zorgen voor een toename van GABA. Dit geeft een kalmerend en verdovend effect. Zodra een gebruiker stopt met het gebruik, zakt het GABA-niveau in de hersenen onder het natuurlijke niveau. Dit leidt tot angstgevoelens, onrust en slapeloosheid. 

Amfetaminen (speed, meth, pep) – Amfetaminen boosten je energieniveau. Onder invloed van deze stof ben je in staat om dagen achter elkaar door te gaan zonder vermoeid te raken. Dit maakt het middel enorm vatbaar voor verslavingen. Wanneer de drug is uitgewerkt, slaat de oververmoeidheid dubbel zo hard toe. De verleiding om het energieke gevoel opnieuw te beleven is dan erg groot. 

Ketamine (keta, special K) – Ketamine heeft een dissociatieve werking. Dit betekent dat gebruikers het gevoel kunnen ervaren dat ze mentaal afgescheiden zijn van hun lichaam en de wereld om hen heen. Ketamine is dus zeer effectief wanneer je aan de realiteit wilt ontsnappen, wat zorgt voor het hoge risico op een verslaving.

Buprenorfine (pijnstiller) – Buprenorfine is een opiaat en wordt gebruikt als krachtige pijnstiller. Het middel wordt vaak ingezet om andere (ernstigere) opiaatverslavingen (bijvoorbeeld aan heroïne, methadon of morfine) te behandelen. Dit komt omdat buprenorfine geen fysieke ontwenningsverschijnselen en geen roes geeft, wat wel het geval is bij vele andere opiaten. Op die manier kan een opiaatverslaafde zonder fysieke ontwenningsverschijnselen veilig afkicken van de opiaatdrug.

Een verslaving aan drugs ontwikkel je door langdurig drugsgebruik. Herhaaldelijk drugsgebruik verandert dat de manier waarop de hersenen functioneren. Na verloop van tijd wordt het drugsgebruik dwangmatig, niet meer recreatief of vrijwillig. 

Wanneer iemand drugs gebruikt, geven de hersenen dopamine vrij. Dit resulteert in een euforische lichamelijke reactie en mentale toestand, waarin de gebruiker zich goed of high voelt. Wanneer de hersenen dit gevoel herhaaldelijk ervaren, worden ze afhankelijk van dat prettig gevoel. Die euforische, drugsgebruikende ervaringen raken ingebakken in de hersencircuits, waardoor het gebruik van drugs de hoogste prioriteit wordt.

In de hersenen vinden dus fysieke veranderingen plaats. Het beloningssysteem van de hersenen wordt zodanig geprogrammeerd dat drugsgebruik voorrang krijgt boven al het andere – eten, slapen, familie, werk. Zelfs wanneer de drugs geen plezier meer geven aan de gebruiker blijven de hersenen deze behoefte stimuleren. Dit veroorzaakt intense verlangens (‘cravings’). Deze verlangens ontstaan in hetzelfde hersengebied als dat van het overlevingsinstinct. Op die manier wordt het invullen van deze verlangens (d.w.z. het gebruik van drugs) een overweldigende en dringende behoefte. De hersenen geven namelijk aan dat ze de drugs nodig hebben om te functioneren en te overleven.

Gelijktijdig met de verstoring van het beloningssysteem, worden ook de hersengebieden die zich bezighouden met beoordelingsvermogen, besluitvorming, leren en zelfcontrole verstoord. Deze lichamelijke veranderingen maken het drugsgebruik nog moeilijker om te stoppen, omdat de persoon zijn vermogen verliest om rationele beslissingen te nemen en impulsen te beheersen.

Drugsverslaving verandert niet alleen de persoonlijkheid, maar heeft ook een aanzienlijk effect op de relaties van het slachtoffer, en op andere essentiële aspecten van het leven. Het gedrag en de persoonlijkheid van slachtoffers die in de greep zijn van een ernstige drugs- of alcoholverslaving is vaak in geen enkel opzicht te vergelijken met de persoon die ze waren voor de verslaving hen overnam. 

De meest zichtbare gedragingen en persoonlijkheidskenmerken die kunnen wijzen op een drugsverslaving

Liegen, manipulatie, teruggetrokken – Wanneer je iemand jarenlang hebt vertrouwd, is het niet gemakkelijk om dat vertrouwen te verliezen. Mensen met een drugsverslaving kunnen snel wegkomen met hun leugens. Ze voelen de noodzaak om te liegen omdat ze de werkelijke toedracht willen verbergen voor hun omgeving. Een drugsverslaafde probeert vaak met allerlei smoesjes en overtuigende leugens volhouden dat hij geen drugsdealers meer ziet, met afkicktherapie is begonnen, dat het maar eenmalig was met vrienden, enz… Het feit dat dierbaren hem/haar vertrouwen, maakt ze meer vatbaar voor manipulatie. Slachtoffers van een drugsverslaving vrezen vaak dat ze verstoten zullen worden door hun familie en vrienden of dat ze gedwongen zullen worden om hulp te zoeken.

Gewelddadig – Drugsverslaafden worden vaak gewelddadig tegenover dierbaren door het voortdurende advies om te stoppen met drugs of om professionele hulp te zoeken. De partner krijgt het vaak hard te verduren.

Geheugenproblemen – Drugsmisbruik tast het geheugen aan waardoor drugsverslaafden vergeetachtig worden. Men herinnert zich vaak niet meer wat men heeft gedaan.

Deze bovengenoemde gedragsveranderingen kunnen verwoestend zijn voor de algehele gezondheid en het welzijn van de persoon alsook zijn omgeving. 

De meeste drugs beïnvloeden het beloningssysteem van de hersenen. Het brein wordt overspoeld met de chemische boodschapper dopamine. Een goed werkend beloningssysteem motiveert een persoon om gedrag te herhalen dat nodig is om te gedijen, zoals eten en tijd doorbrengen met geliefden. Wanneer dopamine wordt afgegeven zorgt voor een gevoel van plezier. Drugsmisbruik zorgt voor ongezonde en onnatuurlijke dopamineverhogingen en storingen in het beloningssysteem.

Als een persoon drugs blijft gebruiken, passen de hersenen zich geleidelijk aan aan het middel. De cellen in het beloningscircuit reageren steeds minder op de drug. Dit wordt tolerantie genoemd. De high voelt niet meer aan zoals bij de eerste keer dat iemand het middel gebruikte. Men moet steeds meer van het middel gebruiken om hetzelfde effect te bereiken. Deze aanpassingen in de hersenen maakt dat een persoon steeds minder plezier kan beleven aan andere zaken waar hij nochtans vroeger van genoot, zoals eten, seks of sociale activiteiten.

Langdurig gebruik veroorzaakt ook veranderingen in andere chemische systemen en circuits in de hersenen, die van invloed zijn op functies zoals leren, beoordeling, beslissingen nemen, stress, geheugen en gedrag. 

Ondanks men zich bewust is van deze schadelijke gevolgen, gaan veel druggebruikers ermee door, dat is eigen aan verslaving.

Drugs beïnvloeden het centrale zenuwstelsel. Ze hebben invloed op hoe je denkt, hoe je je voelt en hoe je je gedraagt. De drie belangrijkste soorten zijn depressiva, hallucinogenen en stimulerende middelen.

  1. Verdovende middelen (depressiva) – Verdovende middelen vertragen of ‘verdoven’ de functie van het centrale zenuwstelsel. Ze vertragen de signalen die van en naar de hersenen worden gestuurd. In kleine hoeveelheden kunnen kalmeringsmiddelen ervoor zorgen dat iemand zich ontspannen en minder geremd voelt. In grote hoeveelheden kunnen ze braken, bewusteloosheid en de dood veroorzaken. Depressiva tasten het  concentratievermogen en coördinatie aan en vertragen het reactievermogen. 

Voorbeelden van depressiva: alcohol, cannabis, GHB, opiaten (heroïne, morfine, codeïne) en benzodiazepinen (lichte kalmeringsmiddelen).

  1. Hallucinogenen – Hallucinogenen vervormen je beleving van de werkelijkheid. Je kunt dingen zien of horen die niet echt zijn, of je ziet of hoort dingen op een vervormde manier. Andere effecten zijn onder andere: emotionele en psychologische euforie, kaakklemmen, gevoelens van paniek, paranoia, maagklachten en misselijkheid. 

Voorbeelden van hallucinogenen: ketamine, LSD, PCP, paddo’s, en cannabis.

  1. Stimulerende middelen – Stimulerende middelen versnellen of ‘stimuleren’ het centrale zenuwstelsel. Ze versnellen het berichtenverkeer van en naar de hersenen, waardoor je je alerter en zelfverzekerder voelt. Dit kan leiden tot een verhoogde hartslag, bloeddruk en lichaamstemperatuur, verminderde eetlust, onrust en slapeloosheid. Wanneer je ze in grote hoeveelheden gebruikt, kunnen stimulerende middelen leiden tot angst en paniekaanvallen, buikkrampen en paranoia. 

Voorbeelden van stimulerende middelen: cafeïne, nicotine, amfetamines (speed en Ice), cocaïne en ecstasy (MDMA).

FAQs